202111.26
0

Ontslag wegens weigeren mondkapje

Werknemer is werkzaam als schoonmaker van vliegtuigen. Op Schiphol en bij de klanten van werkgever geldt een strikte mondkapjesplicht in (nagenoeg) alle ruimten op de luchthaven en aan boord van vliegtuigen. Werkgever heeft alle medewerkers hierover per brief geïnformeerd.

Werknemer heeft diverse keren geweigerd een mondkapje te dragen. Werkgever heeft hierover meerdere gesprekken met hem gevoerd en hem gewaarschuwd dat een weigering gevolgen kan hebben voor zijn dienstverband. Vervolgens is werknemer op non-actief gesteld en is de loonbetaling stopgezet. Aan de Rechtbank Noord-Holland wordt vervolgens gevraagd de arbeidsovereenkomst met werknemer te ontbinden vanwege (ernstig) verwijtbaar handelen.

De rechtbank oordeelt dat de werkgever aan haar werknemers de verplichting mocht opleggen om tijdens de werkzaamheden een mondkapje te dragen, in lijn met de op dat moment geldende richtlijnen van de luchthaven Schiphol en het RIVM.

Nu vaststaat dat werknemer bij herhaling heeft geweigerd een mondkapje te dragen waardoor hij zijn werk niet kon doen, dit herhaaldelijk met hem is besproken en hij gewaarschuwd is voor de gevolgen van zijn weigering, heeft werknemer hiermee verwijtbaar gehandeld.

Werkgever hoeft hem daarom niet te herplaatsen en de arbeidsovereenkomst wordt ontbonden wegens ernstig verwijtbaar handelen.

Een werknemer kan zijn recht op een transitievergoeding alleen kwijtraken in uitzonderlijke gevallen, waarin evident is dat het tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst leidende handelen of nalaten van de werknemer niet slechts als verwijtbaar, maar als ernstig verwijtbaar moet worden aangemerkt.

De rechtbank is van oordeel dat het weigeren een mondkapje te dragen op zichzelf niet voldoende is voor ‘ernstige‘ verwijtbaarheid. In dit geval is sprake van herhaaldelijk weigeren. Hierdoor kon werknemer zijn werk niet doen, maar belemmerde hij daarmee ook het werk van zijn collega’s waardoor werkgever problemen kreeg, althans risico’s liep, bij het uitvoeren van haar werk. Werkgever heeft nog getracht werknemer ander werk te geven, maar werknemer wilde dat niet.

Hierdoor is naar het oordeel van de rechter sprake van ernstig verwijtbaar handelen van werknemer en heeft werknemer geen recht op een transitievergoeding. De arbeidsovereenkomst wordt ontbonden met ingang van de dag van de uitspraak.

Omdat werknemer niet naar de zitting is gekomen, heeft de rechter niet kunnen toetsen of er (persoonlijke) omstandigheden zijn die van invloed zijn geweest op het ernstig verwijtbare handelen van werknemer.