201601.14
0

Wet Aanpak Schijnconstructies (WAS)

Per 1 januari 2016 geldt nieuwe wetgeving onder de pakkende naam “Wet Aanpak Schijnconstructies“. Deze wet beoogt de rechtspositie van de werknemer en de handhaving van het arbeidsrecht in Nederland te versterken volgens het devies “gelijk loon voor gelijk werk op dezelfde plaats”. In toenemende mate blijkt sprake van ontduiking van het minimumloon / CAO-loon. Werk dat wordt verricht onder het minimumloon leidt tot een oneerlijk speelveld voor bedrijven en verdrukking van de arbeidsmarkt van werknemers. Uiteindelijk leidt dit bij de overheid tot derving van sociale premies en hogere (uitkerings) kosten.

Het vrij verkeer van werknemers is een belangrijke pijler van de EU. Ook in Europa staat onderbetaling hoog op de agenda. In 2014 is de Handhavingsrichtlijn tot standgekomen met maatregelen om onder andere onderbetaling van vanuit het buitenland gedetacheerde werknemers aan te pakken.

Arbeidsmigranten uit EU, EER en Zwitserland zijn op grond van de Europese beginselen welkom op de Nederlandse arbeidsmarkt, maar blijken zij in de praktijk kwetsbaar voor onderbetaling. Via (al of niet grensoverschrijdende) schijnconstructies wordt het minimumloon wordt omzeild, waardoor op oneigenlijke manier wordt geconcurrereerd op arbeidsvoorwaarden.

Volgens de nieuwe wetgeving moet de werkgever het minimumloon aantoonbaar via girale betaling voldoen, en daarvan een begrijpelijke loonstrook verschaffen. De wetgever wil tegengaan dat in de praktijk wordt onderbetaald via contante betaling of verrekening. Voorbeelden daarvan zijn; verrekening via onkostenvergoedingen, verzekeringspremies of maaltijdvergoedingen, waardoor de werknemer uiteindelijk minder dan het minimuloon verdient.

De ketenaansprakelijkheid voor de voldoening van het minimum loon voor de inlener / onderaannemer wordt vastgelegd in het Burgerlijk Wetboek, artikel 7:616 a t/m f BW.

Deze regels zijn van toepassing voor alle arbeid die in Nederland wordt verricht, ongeacht welk recht van toepassing is verklaard in de arbeidsovereenkomst / overeenkomst van opdracht / aanneming van werk.

In de Wet Arbeid Vreemdelingen wordt naast de reeds bestaande identificatieplicht, ingevoerd dat de werkgever op last van de Inspectie SZW binnen 48 uur de identiteit moet vaststellen en doorgeven van diegene waarvan wordt vermoed dat hij arbeid (heeft) verricht voor deze werkgever / opdrachtgever.

Bij overtreding legt de Inspectie SZW een bestuurlijke boete of dwangsom op. Ook kan de Inspectie de naam van de werkgever openbaar maken en/of bekend maken aan werkgevers/werknemersorganisaties.

Per 1 januari 2016 gelden de volgende wettelijke voorschriften voor alle in Nederland verrichte arbeid:
– aantoonbare betaling van het minimumloon en minimumvakantiebijslag;
– het verstrekken van een begrijpelijke loonstrook;
– girale betaling van het loon;
– beboeting en openbaarmaking van bedrijven die zich niet aan regels inzake het wettelijk minimumloon houden.

Per 1 juli 2016:
– Constructies waarbij vergoedingen met het minimumloon worden verrekend, waardoor de werknemer minder dan het minimumloon verdient, zijn verboden.